Cao-akkoord over waarde vakantiedag

Cao-partijen TLN, VVT, FNV, CNV en De Unie hebben ingestemd met het bereikte onderhandelingsresultaat over de waarde van een vakantiedag.

Aanleiding voor de onderhandelingen was een uitspraak van het Europese Hof van Justitie dat bepaalde dat werknemers bij de loondoorbetaling tijdens vakantie aanspraak kunnen maken op overuren en toeslagen als die structureel onderdeel zijn van het loon. TLN is daarom op de uitnodiging van FNV ingegaan om de mogelijkheden voor een collectieve oplossing voor de sector te onderzoeken.

Algemeen verbindend

Cao-partijen zullen het resultaat nu vertalen naar een cao-tekst die voor algemeen verbindend verklaring zal worden voorgelegd aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Onderhandelingsresultaat

Het onderhandelingsresultaat waarover nu een akkoord is bereikt, houdt het volgende in:

Met ingang van 1 januari 2019 wordt de waarde van de wettelijke vakantiedagen en van 2 van de bovenwettelijke vakantiedagen die vanaf 1 januari 2019 worden opgebouwd, als volgt berekend:

– Het functieloon van 1 dag vermeerderd met de persoonlijke toeslag en de ploegentoeslag;
– Het gemiddelde bedrag dat in het voorafgaande kalenderjaar per dag is ontvangen aan een structurele vergoeding van de toeslagen voor de zaterdag- en zondaguren (art. 33), de Toeslagenmatrix (art. 37) de vuilwerktoeslag (art. 38A), de koudetoeslag (art. 38B), de consignatievergoeding (art. 42), de reisuren voor de werknemers op mobiele kranen (art. 47) en de onregelmatigheidstoeslag (art. 55). In verband met het niet altijd structurele karakter van deze vergoedingen wordt 90 procent van de totale waarde meegenomen in de berekening;
– Het gemiddelde bedrag dat in het voorafgaande kalenderjaar per dag is ontvangen aan een structurele vergoeding van overuren, zaterdag- en zondaguren voor zover deze de veertig uur per week overschrijden. In verband met het niet altijd structurele karakter van deze vergoedingen wordt dit bedrag vervolgens afgetopt op 22,75 procent van het functieloon.
– Iedere werknemer in loonschaal A tot en met H die tijdens het hele kalenderjaar 2018 bij de werkgever in dienst is geweest en in dat jaar minimaal honderd uren heeft gewerkt waar een toeslag aan verbonden is – dat niet de ploegen- en de persoonlijke toeslag is – heeft in 2019 recht op een eenmalige uitkering van € 750 bruto, die zal worden uitgekeerd in drie termijnen van € 250 bruto, uit te betalen op 31 maart, 30 juni en 30 september 2019. Voorwaarde is dat de werknemer afstand doet van zijn rechten op de vergoeding van de structurele toeslagen over de genoten vakantiedagen in de jaren 2014-­2018. (Bron: TLN)

Onderwerpen: ,

Auteur: Redactie

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.